Als iemand de titel ‘Nederlandse taaltovenaar’ verdient, dan is dat ongetwijfeld Godfried Bomans. Tijdens zijn leven groeide deze schrijver en columnist uit tot de nationale troetelbeer.
In Bomans gaan we met hem terug naar het onbewoonde eiland Rottumerplaat, waar hij een week lang op uitnodiging van de Avro en Vara bivakkeerde. Tijdens het verblijf op deze eindeloze zandplaat doet hij dagelijks verslag via de radio. ’s Nachts ligt hij wakker en trekt een bonte stoet herinneren aan hem voorbij: gebeurtenissen uit zijn vroegste jeugd; zijn carnavaleske optredens op de top van zijn bekendheid en zijn populariteit bij vrouwen, die menigmaal leidde tot een ingewikkelde relatie met zijn geloof.
Een verrassende voorstelling over een kleurrijk karakter. Een feest der herkenning en daarnaast een kennismaking met dat wat men niet eerder van hem zag.